Osteoartritis (OA), of artrose in de volksmond

Artrose: een overzicht

Op een radiologisch onderzoek van je knie of heup stelt een arts vast dat de gewrichtsspleet vernauwd is, dat er benige aanwassen (= osteofyten) te zien zijn en cystes in het aanpalende been.

‘Het is al vrij ver gevorderd. Nooit last gehad?’. Uiteraard niet. Artrose heeft jaren nodig om zich te ontwikkelen zonder dat je het weet en zonder dat je iets voelt. Op het ogenblik dat een van je gewrichten ’s morgens stijver aanvoelt, meer last veroorzaakt bij vochtig of koud weer en je wakker houdt, bevindt het kraakbeen zich reeds in een onomkeerbare, onherstelbare en progressief destructieve toestand.

Indien de wetenschap reeds de complexe samenwerking had ontrafeld tussen de diverse factoren die artrose doen ontstaan, bestond er al lang een wondermiddel om het aangetaste kraakbeen te herstellen en artrose te ‘genezen’. Maar omdat men er nog lichtjaren van verwijderd is, bestaan er voorlopig, zoals voor de meeste andere aandoeningen, alleen maar klachtenonderdrukkende medicaties en operaties.

Het blijft van essentieel belang dat de constante scheikundige processen die het kraakbeen gezond houden, perfect beantwoorden aan de continu veranderende bewegingen en de belastingen in een gewricht. Daarenboven worden deze processen beïnvloed door een samenspel van meerdere andere factoren: erfelijke aanleg, aangeboren afwijkingen en O- of X benen, kwetsuren, ongevallen en obesitas.

Artrose: hoe ontstaat het?

Het gewrichtskraakbeen wordt ‘artrotisch’ omdat het materiaal waaruit het is opgebouwd, geleidelijk aan degenereert. Collageenvezels vallen uiteen. Kraakbeencellen worden overbodig (apoptose),  sterven af (necrose) of hokken samen om nog te redden wat te redden valt (clustervorming). Enzymen (MMPs) worden aangemaakt om de nochtans belangrijke proteïnes (= proteoglycanen) af te breken in o.a. hyaluronzuur en chondroitinesulfaat. Er verschijnen proteïnes die ontstekingen veroorzaken (= pro-inflammatoire cytokines). Alle debris worden in het slijmvlies en het gewrichtsvocht gestort waardoor de smering van het resterende kraakbeen niet meer gegarandeerd kan worden. Er ontstaan kleine scheurtjes in het kraakbeen dat eveneens gaat afschilferen tot het onderliggend beenweefsel bloot komt te liggen. Hierdoor ontstaat contact tussen de beide beenderen die het gewricht vormen. Het glijmechanisme van het gewricht geraakt compleet verstoord.

Artrose: bestaat er een oplossing?

Het blijft een illusie dat men er binnenkort zal in slagen dit complex proces in al zijn fases te herstellen. Het enige wat bestaat zijn klachtenonderdrukkende middelen. Allemaal kunnen ze de pijn en de stijfheid bij artrose - maar slechts op tijdelijke basis - onderdrukken op voorwaarde dat het middel regelmatig toegepast wordt. Maar er blijven veel vraagtekens bestaan. Naast hun eigen nevenwerkingen, kunnen pijnstillers, NSAIDS (niet-steroïdale ontstekingsremmende middelen) en cortisone het kraakbeen verder doen aftakelen. Het innemen of injecteren van hyaluronzuur en chondroitine, de afbraakproducten van de eiwitten in het kraakbeen, kunnen onmogelijk de oorspronkelijke moedermolecule herstellen. Er bestaan diverse heelkundige ingrepen (drilling- en reinigingsprocedures en osteotomieën) die ook maar een tijdelijk goed resultaat hebben. Besluit men tot het vervangen van het gewricht, dan kan men gemiddeld 75 % succes verwachten gedurende een gemiddelde periode van 15 jaar. Voorlopig is het evenmin duidelijk hoe geïmplanteerde stamcellen (MSCs) kunnen overleven en functioneren in een vijandig en versleten (degeneratief) milieu. Zelfs indien men erin slaagt genetisch te manipuleren, blijft het uitschakelen van alle andere uitlokkende factoren een ‘riddle, wrapped in a mystery’ (erfelijke belasting, aangeboren afwijkingen, O- of X benen, kwetsuren, ongevallen, obesitas).